Focus op warme overgang kleuter - lager

Zin in leren! Zin in leven! zet sterk in op het ontwikkelingsgericht werken. Er wordt in het leerplan geen breuklijn voorzien tussen kleuteronderwijs en lager onderwijs, maar er wordt gewerkt met referentieperiodes. Die referentieperiodes zijn bedoeld als houvast om de ontwikkeling van leerlingen te situeren en kunnen dus ook een hulpbron zijn tijdens het handelingsgericht overleg dat gaat over de overstap van kleuter naar lager onderwijs.

Hoewel een verplichting van een formele klassenraad tussen kleuteronderwijs en lager onderwijs er tot voor kort niet was, zette je in het verleden als school wel al in op overleg om de overstap tussen kleuter en lager op een kwaliteitsvolle manier te laten verlopen. Soms resulteerde dit overleg ook in een advies aan de ouders om een jaar extra kleuteronderwijs te voorzien voor hun kind.

Hoe werd de afweging in het verleden gemaakt? Op basis van welke gegevens adviseerden jullie de ouders? Wellicht kunnen jullie veel inspiratie halen uit de stappen die jullie op school al zetten tot nu toe. Alleen is dit formeler geworden aangezien het advies een verplichting is. Voor die leerlingen die geen 290 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn, evalueer je het beheersingsniveau Nederlands en andere aspecten zoals de schoolrijpheid van de kleuter. Het leerplan Zin in leren! Zin in leven! kan een hulpbron zijn.

We zijn voorzichtig bij het meegeven van ‘objectieve criteria’:

  • een afweging over te nemen maatregelen gebeurt altijd op het niveau van een individuele leerling. Het gaat immers om een specifieke leerling in een specifieke context. Objectieve criteria op populatieniveau zijn dus wellicht niet wenselijk. We zouden al snel op uitzonderingen botsen en in situaties terechtkomen waarin we zeggen ‘ja, maar hier kunnen we niet kijken naar de objectieve criteria’.
  • de ontwikkeling van leerlingen verloopt grillig. Vandaar dat er binnen Zin in leren! Zin in leven! ook de keuze is gemaakt om te werken met referentieperioden. Dit geeft voldoende ruimte om met een toekomstgerichte blik in te spelen op de zone van de naaste ontwikkeling van een leerling. Dit geldt in het bijzonder ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
  • als we op zoek zouden gaan naar objectieve criteria zoeken we wellicht naar een manier om een homogenere groep leerlingen de overstap te laten maken naar het lager onderwijs. Hoe verhoudt zich dit tot het waarderen van de diversiteit tussen leerlingen?

De breuklijn tussen het kleuter en lager onderwijs mag niet vergroot worden met de nieuwe toelatingsvoorwaarden. De keuze om bij Zin in leren! Zin in leven! niet met leerjaren maar met referentieperioden te werken leunt daarbij aan. Daarbij moet je gedifferentieerd aan de slag kunnen gaan, niet elke leerling zit op 1 september bij de overgang van kleuter naar lager onderwijs in dezelfde fase van zijn ontwikkeling. Via de zone van de naaste ontwikkeling haakt een leraar in het lager onderwijs in op het punt waar een leerling op dat moment staat. Inspiratie voor de praktijk vind je op ‘differentiëren in het basisonderwijs’.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio